Honderd dagen, honderd columns. Honderd keer mijn mening over de situatie waarin wij sinds half maart van dit jaar verkeren. Honderd onzekere, verbindende, ontevreden maar vooral hele vernieuwende en bijzondere dagen.
Als ik grasduin door de voorgaande negenennegentig columns, roept dat gemengde gevoelens bij me op. Van sommige uitspraken vraag ik me af wat mij bezielde. Maar ook de grote angst die ik in het begin van de uitbraak had en er in sommige columns uitspringt, snap ik nu niet zo goed meer. Gelukkig, want angst is ongezond. Dat die angst wat is verdwenen, komt natuurlijk ook omdat er veel meer bekend is en ik kan terugkijken op een periode. Daaruit trek ik conclusies die me geruststellen.
Eentje daarvan is bijvoorbeeld dat ik nu wel durf te concluderen dat het in het gebied waar ik woon – het noorden des lands – allemaal minder heftig heeft uitgepakt dan we vreesden. In de ziekenhuizen hier was het wel een tijdje crisis, maar een enorme hoeveelheid besmettingen bleef hier grotendeels uit. De echte ramp heeft zich voltrokken in Brabant. Door dat rottige carnaval.
Ook in de ergst getroffen gebieden is men nu in rustiger vaarwater terecht gekomen. Eerlijk gezegd ook eerder dan ik gedacht had.
Daarom is de crisissituatie een beetje voorbij. Gelukkig wel! Er zijn bijna geen persconferenties meer, in de Tweede Kamer keren de normale onderwerpen – met zeer volwassen ruzies – terug. Veel mensen zijn weer op pad en initiatieven om de coronaperiode wat draaglijker te maken zijn voor een groot deel beëindigd. Ik wil niet zeggen dat het leven ons weer toelacht, maar het is wel weer een stukje prettiger geworden. Hoewel de rust me beviel, is dit natuurlijk voor het algehele reilen en zeilen wel voordeliger. Ik hoopte alleen dat men door zo’n periode van rust iets geleerd zou hebben. Gezien we nu op de oude voet verder dreigen te gaan, krijg ik de indruk van niet. Heel jammer. Een gemiste kans.
Honderd dagelijkse columns. Het hierboven genoemde (voorlopige) einde van de echte crisissituatie kondigen het onvermijdelijke moment aan dat ik ga stoppen met de dagelijkse columns en dus het bijhouden van dit dagboekje. Het is mooi geweest. Vol goede moed en met meer vertrouwen gaan we de zomer tegemoet. Maar helemaal stoppen doe ik natuurlijk niet. Ik ga weer terug naar wat ik deed. Geen dagelijkse, maar een wekelijkse column op zaterdag. En verder ga ik onder andere weer tijd besteden aan het schrijven en repeteren van een theatervoorstelling, waar ik voor corona al mee bezig was. Ik blijf het coronanieuws – en ook al het andere – op de voet volgen, want ik heb er schik in. En mocht die tweede golf toch komen? En dient die tweede golf zich toch aan… Misschien ben ik dan weer dagelijks present.
Bedankt voor al die keren dat u mijn coronacolumns las en hoe dan ook: tot volgende week.